Een Link met het verleden

Ik weet amper wat ik eergisteren heb gegeten, maar één herinnering staat voor altijd in mijn geheugen gegrift.

Antwerpen,1987. Zesjarige ik liep rond in de Grand Bazaar aan de Groenplaats (waar tot voor kort de Fnac zat), op de speelgoedafdeling. Het was eind november en ik had de dubieuze eer om op de schoot van de Sint plaats te nemen en op de foto te moeten. Niet bepaald een vrolijk moment, maar het was geluk, ik was ervan af. En nu mocht ik mijn ogen de kost geven op een verdieping die tot het plafond gevuld leek met speelgoed.

Plots stond er een sokkel voor me, met daarop een glazen kubus waarin een gouden relikwie werd beschenen door een mysterieuze gloed. Alsof er een goddelijk licht op viel. Het enige dat nog ontbrak was een koor dat zachtjes aanzwol naarmate ik het kleinood naderde. In die kubus lag een gouden Nintendo NES-cartridge. Geen gezever. Een GOUDEN cartridge. En niet zomaar één: op de cassette stond een schild afgebeeld met vier symbolen (twee hartjes, een sleutel en een leeuw – ik heb het moeten opzoeken, zo gedetailleerd is mijn herinnering nu ook weer niet), met daaronder in sierlijke letters The Legend of, gevolgd door grote rode blokletters: ZELDA.

Heb ik al gezegd dat het om een GOUDEN cartridge ging?!

Plots móést en zou ik te weten komen wat die Zelda was. En belangrijker: hoe kon ik aan die grijze doos erachter geraken? Want die hoorde duidelijke bij dit ding op de sokkel. Het was de NES – Nintendo Entertainment System. Een belachelijk eenvoudige naam die de lading 100% dekt, weet ik nu. Het heeft nog tot de winter van ’89 geduurd voor ik eindelijk een Nintendo-product te pakken, een Game Boy  (meer hierover in de toekomst), maar het zaadje was geplant. De cartridge beloofde een avontuur in een land ver hiervandaan – dat droop er gewoon van af. Het kon simpelweg niet teleurstellen.

Een wat ironische noot: uiteindelijk heb ik The Legend of Zelda nooit écht gespeeld… Maar geloof me, vier jaar later – in 1992 – veranderde mijn leven. Dramatisch? Ja. Maar terecht. Let’s read on!

Het moment suprême

Fast-forward naar december 1992. Timmeke is nu “grote Tim” en een de volle 11,8 jaar oud. We zijn bij mijn grootouders op bezoek waar de Sint zich – op mysterieuze wijze – via de dichtgemaakte schouw heeft weten binnen te wurmen.

Mijn Game Boy was al goed ingespeeld sinds ’89, dus ik verwachtte minstens één nieuwe game, zoals het net verschenen Kirby’s Dream Land. Maar dan zag ik het: aan de schouw stond een grote doos, met daarnaast twee kleinere pakjes. Ik zag direct aan het formaat van de kleine pakjes dat Kirby deze winter niet zou gespeeld worden. Het waren geen typische vierkante 12 bij 12 Game Boy doosjes.

Uiteraard begonnen we met de grote doos. Die sokken en onderbroeken konden wachten.

Wat zat erin?

De SNES. Een f***ing Super Nintendo!

Ik had hem zelfs niet op mijn lijst durven zetten. Nochtans moet ik hem een heel november lang hebben bewonderd in het Christiaensen speelgoedboek. Maar hier stond hij dan. Het hoogtepunt van spelentertainment. Niet goud, maar het schitterde toch – amai! Wauw, geweldig.

Eindelijk. Eindelijk!

Een volwaardige spelconsole. Geen pietluttig draagbaar ding (sorry Game Boy, #loveyou). De Super Nintendo was de rechtstreekse opvolger van de legendarische NES . Net als Fisher-Price straalden zowel de NES als de SNES robuustheid en kwaliteit uit. Dit was hardware waar je op kon vertrouwen. Je kon dit ding laten vallen en het zou eerder een gat in de parket slaan dan zelf beschadigd te raken. Ook de aansluitingen – wat bij computers destijds nog een gedoe was – waren avant-la-lettre: je kon de controllers, de cartridges en de tv-kabels gewoonweg niet verkeerd aansluiten.

Dertig jaar later sloot ik mijn SNES nog eens aan op de tv. En hij werkte. Alsof hij gloednieuw was.

Dit is waarom ik altijd Nintendo-fan ben gebleven. Waarom ik later een Switch, Wii en Game Boy Advance kocht. Die dingen blijven werken, no matter what.

Het ultieme cadeau

Terug naar de pakjes.

De SNES was uitgepakt en wachtte hongerig op een cartridge. Ik wist nu wat die smalle doosjes betekenden: games! Direct twee. Jackpot.

Pakje 1: FIFA.

Goh… cool, I guess. Dank u, Sint. (Uiteindelijk verrassend veel plezier aan beleefd. Ik hoor nog steeds de iconische stem bij het opstarten: “EA Sports. It’s in the game!”- toen EA nog de gamer op de eerste plaats zette). Het zou het enige sportspel zijn dat ik ooit bezat.

Maar dan… pakje 2.

Mensen die de titel van dit artikel begrijpen, weten al wat erin zat.

Voor mij het ultieme voorbeeld van het perfecte spel. Zoals Band of Brothers en The Wire dat zijn voor tv-series. Zoals Zie Scherp, Scherper dat is voor boeken over C# (insert free advertisement).

Het spel in kwestie?

Zelda – A Link to the Past.

Bonuspunten voor de woordspeling in de titel. De Japanse titel, The Legend of Zelda: The Divine Triforce, klonk maar gewoontjes. Geeuw.

Ode aan Zelda en Link

Wat volgt is een ode aan dit spel waarin Link (niet Zelda! Dat was de prinses, een fout die velen nog steeds maken) via een droom wordt gewaarschuwd dat de prinses, Zelda (niet Link!), in gevaar is.

De eerste 10 minuten van Zelda (ik ga niet de hele titel blijven gebruiken) zijn een masterclass in sfeer en storytelling. Na een epische intro (deels met de game-engine getoond), die doet denken aan The Fellowship of the Ring, zoomt de camera in op het huisje van de hoofdrolspeler. Link ligt te slapen en er verschijnt een dialoog, waarin de prinses zijn hulp inroept.

Het hele scherm baadt in een blauwe, grijzige gloed. Link schiet wakker en plots spatten de kleuren van het scherm. Zijn oom verlaat het huis, en even later – na de klassieke traditie van het kapotgooien van kleipotten – zet je je eerste stappen buiten. Die eerste minuut was niet anders dan wat we gewoon zijn van spelletjes uit die tijd. Het buitenstappen daarentegen bewijst waarom Zelda een legendarisch spel was en is. Buiten woedt een storm, en je zal het geweten hebben.  De kleuren dof, het is duidelijk donker. Van tijd tot tijd wordt het scherm volledig wit vanwege een bliksem, regen valt in bakken naar beneden, en de geluidseffecten zijn levensecht. Sfeer? 110%.

Vooral de bliksems vond ik magistraal. Een verbluffend simpel effect: één of twee frames, een wit vlak – meer was er niet nodig. Dat deed me denken aan een scène uit de semi-autobiografische Spielberg-film The Fabelmans. Daar ontdekt de jonge cineast hetzelfde principe: bij vuurgevechten tussen cowboys en Indianen laat hij bij elk pistoolschot een enkel videoframe volledig wit opflitsen.

Na wat dolen door de eindeloze storm ontdek je eindelijk de toegang tot het kasteel. Via de tunnels bereik je je oom. Je krijgt je bekende zwaard en gaat op weg naar de kerkers waar de prinses is opgesloten. En dan die muziek… Tot op de dag van vandaag kan ik ze moeiteloos meefluiten. Elk detail klopt. Alles in dit spel is af. Terwijl je op zoek gaat naar de prinses, leer je ongemerkt de belangrijkste spelmechanics. Geen eindeloos geleuter van een NPC, geen saaie tutorials. Dit is pure ‘show, don’t tell’.

Net wanneer je denkt dat je alles hebt gezien en rustig kunt genieten van de klassieke Zelda-puzzels, beland je in een donkere kerker. Zelda is inmiddels bevrijd en volgt je op een afstand. Plots wordt het hele scherm volledig zwart, enkel Link is te zien en een klein stukje van de wereld in de richting waar hij kijkt: hij heeft een soort toorts/zaklamp! De kerkers worden ineens een bijna horror-achtige omgeving waarbij je de hele tijd naarstig rondkijkt in de hoop de monsters te belichten zodat je ze kan aanvallen en voor ze tot bij jou geraken. Alsof dat nog niet genoeg is, liggen er overal valkuilen in de duisternis.

En zo gaat Zelda verder, steeds weer denk je dat je nu wel alles hebt gezien. Nope, dachten de ontwikkelaars, hier is weer een huzarenstukje in sfeer combineren met een strakke gameloop. Voor de mensen die bang zijn dat alle artikelen zo lovend gaan zijn: niet gevreesd, zoals gezegd is Zelda voor mij het summum van wat een spel kan zijn. It doesn’t get any better than this. Het stopt namelijk niet. Na enkele uren spelen, waarin je aardig wat nieuwe items en spelmechanismen leert gebruiken, krijg je als opdracht The Master Sword te gaan zoeken. Het mythische zwaard in de steen. Je weet in welk bos het ligt, maar niet de weg ernaar toe. Ondertussen heb je echter items om rotsen op te tillen en weet je dat bepaalde, voorheen onbereikbare, wegen nu gevolgd kunnen worden.

Plots wordt het relatief lichte bos een pak mistiger. De kleuren vervagen, terwijl de schaduwen van voorbijdrijvende wolken over de grond dansen. Af en toe komt de zon er zelfs door, maar al bij al een mistroostige omgeving. Je kruipt door een omgevallen boomstronk en betreedt een onbekend gebied. Je weet dat je op de goede weg bent. Zeker omdat de algemene sfeer nu ineens anders wordt: er zijn geen obstakels, enkel een grasveldje dat je naar boven volgt. Kleine diertjes springen snel weg, iets wat je tot dan nooit had gezien. En dan, in het midden van de open plek, ligt het daar. The Master Sword!

Nu gaan die ambetante krabben wel in 1 slag gedood kunnen worden, hoera!

Wanneer je uit het bos komt krijg je een telepathische boodschap dat het tijd is voor de finale confrontatie met Gannon, de stouterik van het verhaal. De eindstrijd. Link is de held. Ganon moet dood. Zo simpel is het. Je begint de titanenstrijd. Na een epische strijd, waarin je projectielen van Gannon moet terugslaan (dit in 1 zin vertellen doet de tijd oneer aan waarin je radeloos hebt gezocht naar de manier om hem te verslaan), slaag je er in hem te verslaan.

Stranger Things inspiratie

Game uitgespeeld? Tijd voor iets nieuws? Nope. Niet eens in de verste verte. Dit was nog maar een uit de hand gelopen proloog. Het echte avontuur begint nu pas. Ondertussen heb ik al vele dagen, mogelijk weken, in het spel geïnvesteerd. Nu gaat het blijkbaar pas echt beginnen.

Het scherm begint te bibberen, de kleuren veranderen en ineens sta je op een soort ziggoerat. Aan de horizon: een dreigende achtergrond, badend in een onheilspellende rode gloed. Alles heeft een bruin, vuilgroene kleur. Je bent in de Dark World. Snel doe je je kaart van Hyrule open, die je tegen dan uit het hoofd kent. Wat je ziet doet je mond openvallen. Allez, de mijne toch indertijd. De kaart lijkt grotendeels op hoe ze er zonet uit zag, alleen is alles net iets anders.

Als Aladdin hier zou zijn, zou hij nu “A whole new world” beginnen zingen.

Het spel gaat nu pas echt van start. Op specifieke punten kun je tussen beide werelden schakelen. Had Stranger Things al bestaan, dan zou deze donkere wereld zonder twijfel de Upside Down heten. En ja, op een gegeven moment word je zelfs in een konijn veranderd – een bizar moment dat me altijd is bijgebleven. Ik denk dat je zelfs op gegeven moment een item vindt dat toelaat om constant tussen beide werelden te reizen.

Weinig voelt zo magisch als beseffen dat het spel waar je al uren van geniet… nóg langer blijkt te duren. Véél langer. De laatste keer dat een game me zo wist te verrassen, was Inscryption (2021). Voor mij – en velen met mij – hét spel van dat jaar. Inscryption deed dat niet één, maar drie keer: telkens wanneer je dacht het te doorgronden, werd alles weer op zijn kop gezet. Dít zijn de momenten die je als speler nooit vergeet.

Gargoyles Quest

Een soortgelijk gevoel had ik dat me altijd zal bijblijven was met het briljante – en zwaar onderschat – Gargoyle’s Quest op de Game Boy. In eerste instantie lijkt het een doorsnee sidescrolling platformer, zoals talloze andere Game Boy-games. Je bestuurt een draakje (gargoyle) dat met z’n kleine vleugeltjes heel kort kan vliegen en moet het einde van elk level bereiken door over met staken gevulde afgronden te vliegen en angstaanjagende Ku Klux-achtige spoken te doden.

Never judge a book by its cover!

Voor een jonge tiener was dit geen makkelijke game. Het kostte me dagen om de eerste levels te verslaan. Maar zodra je eindelijk dat eerste level achter je laat, gebeurt iets onverwachts: een wereldmap verschijnt. Geen simpele platformer meer – je kunt vrij rondlopen, van dorp naar dorp. Het spel belooft zo plots een totaal andere, welkome ervaring. Er komen RPG-elementen bij waarbij je je draakje, Firebrand, kan versterken zodat hij bijvoorbeeld langer kan vliegen, of meer projectielen kan afvuren. Het spel ontpopt zich tot een avonturengame met verrassend veel diepgang en variatie – een unieke mix die aan Zelda doet denken, maar toch helemaal op zichzelf staat. Na weken ploeteren versloeg ik eindelijk de eindbaas. Zelfs nu herinner ik me exact waar ik toen was: in de Colmar. Een moment dat me altijd zal bijblijven.

Op YouTube vind je talloze ‘full game walkthroughs’, waarin een speler een spel van begin tot eind uitspeelt. Maar deze video’s doen het originele spel zelden eer aan. Ze laten alles triviaal lijken. Als jonge speler – en dan nog in een pre-internettijdperk – moest je alles zelf ontdekken (in een ander artikel komt de Nintendo hulplijn aan bod). YouTube-playthroughs doen je nu geloven dat games uit de jaren 80 en 90 in een paar uur uitgespeeld konden worden. Technisch gezien klopt dat. In de praktijk? Allesbehalve.

Bedankt, Link!

En zo komt onze liefdesbrief aan Zelda tot een einde. Oorspronkelijk wilde ik hier ook Mystic Quest bespreken – nog zo’n verborgen juweel dat steeds dieper en intenser wordt. Maar laten we deze diamant bewaren voor een andere keer. Zo kunnen we maximaal genieten van het, voor mij, mooiste en beste spel ooit gemaakt.

En daarmee eindigt het eerste artikel in deze reeks. Een ode aan het beste spel ooit. Volgens RollingStone het 47e beste, maar wat weten zij daar nu van! Zij hebben Zelda niet ontdekt op een moment dat mijn nerdy brein er 100% voor openstond!

In het volgende artikel duiken we de woestijn in en kan het zijn dat we door de hel gaan marcheren!

2 gedachten over “Een Link met het verleden

  1. Onbekend's avatar

    ‘EA Sports, it’s in the game’. Dat zit voor altijd gegrift in mijn geheugen!

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie op Anoniem Reactie annuleren

search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close